Benodigdheden voor het in elkaar zetten
•
schaartje
• stukje van 5×5 cm² plastic folie (van
huishoudfolie of boterhamzakje). Hoe dunner hoe beter.
• druppelflesje met 0,1 M KOH-gel
 |
Het poetsen van de elektrode
•
poets de polen mooi glanzend met een schuursponsje en een zacht schuurmiddel
(Cif ofzo)
• spoel de meetkop goed af met water en dep hem
droog met een schone tissue of doek
|
 |
KOH druppelen
• breng een half druppeltje KOH-gel midden op
de meetkop
Mocht je toch KOH over je vingers knoeien was dan
onmiddellijk je handen met heel veel water!
|
 |
Plastic folie op de meetkop leggen
•
leg het stukje plastic folie op de elektrode en strijk dat glad over de
meetkop, zodat de KOH-gel gelijkmatig over het oppervlak wordt verdeeld.
|  |
Ring aandrukken
•
druk de ring over het plastic en let daarbij op dat er geen luchtbellen
worden ingesloten
|
 |
Klaar!
•
knip de overtollige plastic folie rond de meetkop weg
• controleer of het plastic membraan niet bol
staat; als je het membraan kunt indrukken dan zit er te veel vloeistof onder
het membraan dan wordt de elektrode zeer traag in het gebruik; zet de
elektrode dan opnieuw in elkaar en gebruik minder vloeistof
• laat de elektrode 10 minuten liggen om te
stabiliseren
•
de elektrode is nu klaar voor gebruik
|
 |
Bewaren
Als je de elektrode een tijdje niet gebruikt, zet hem dan in water om
uitdroging te voorkomen.

Meten van het relatieve zuurstofgehalte in % zuurstofverzadiging
Het controleren of de meter op nul komt (6a en
b) is alleen nodig als je denkt dat het membraan lekt, de polen niet schoon
zijn en/of als je hele lage zuurstofgehaltes verwacht.
Benodigdheden voor het meten van het
relatieve zuurstofgehalte
• jampot (of groter) met deksel
• geprepareerde zuurstofelektrode
• jampot met 1 g natriumsulfiet in 100 ml water (vers bereid)
-
Zet de elektrode in elkaar, maar sluit hem
nog niet aan op de multimeter.
- Zet de meter aan op stand 200 mV. De display
moet nu 0 mV aangeven (indien dit niet het geval is, dan is je meter kapot).
- Vul een afsluitbare pot voor eenvijfde met
het te onderzoeken water, sluit hem af en schud hem 20 seconden stevig op
en neer. Hierdoor wordt het water verzadigd met lucht.
- Sluit de elektrode aan op de meter en
beweeg deze heen en weer in het met lucht verzadigde water tot
de display een constante waarde aangeeft.
- Stel de meter met behulp van de regelknop af
op 10,0 mV, overeenkomend met 100% relatieve O2-spanning.
- Schud de pot nog een keer stevig en meet opnieuw. Als de meter meer dan 100% aangeeft, dan was het water niet verzadigd.
Stel de meter weer af op 100% en herhaal 6.
tot er geen verandering meer in de uitlezing is.
-
Dompel de elektrode in de
natriumsulfiet-oplossing en wacht tot de display ongeveer 0 mV aangeeft:
0% relatieve O2-spanning. Bij een vers geprepareerde elektrode kan dit
enkele minuten duren. Kom je niet onder de 10% (1,0 mV), dan is de
elektrode verontreinigd of zit er een gat in het membraan. Zet de
elektrode dan opnieuw in elkaar en werk dan wél schoon.
-
Spoel de elektrode af met water.
-
De meter is nu gekalibreerd (van een schaal
voorzien). Het verband tussen O2-spanning
en meteruitlezing is lineair.
-
Nu kan gemeten worden in het analysemonster.
Beweeg de elektrode zonder te klotsen heen en weer, zodat er geen
onnodige uitwisseling met de lucht plaatsvindt. Lees de meter af zodra de
display een constante waarde aangeeft. De afgelezen waarde is het
relatieve zuurstofgehalte in % ten opzichte van met lucht verzadigd water.
-
Kalibreer de elektrode regelmatig in belucht
water om eventueel verloop te corrigeren.
 |
|

|
Meten van het absolute zuurstofgehalte in mg O
2/L
Het controleren of de meter op nul komt (7a en
b) is alleen nodig als je denkt dat het membraan lekt of de polen niet
schoon zijn en/of als je hele lage zuurstofgehaltes verwacht.
Benodigdheden voor het meten van het
absolute zuurstofgehalte
• jampot (of groter) met deksel
• geprepareerde zuurstofelektrode
• thermometer 0-50ºC
• jampot met 1 g natriumsulfiet in 100 ml
water (vers bereid)
-
Zet de elektrode in elkaar, maar sluit hem
nog niet aan op de multimeter.
-
Zet de meter aan op stand 200 mV. De display
moet nu 0 mV aangeven (indien dit niet het geval is, dan is je meter kapot).
-
Vul een afsluitbare pot voor eenvijfde met
het te onderzoeken water, sluit hem af en schud hem 20 seconden stevig op
en neer. Hierdoor wordt het water verzadigd met lucht.
-
Meet de watertemperatuur met de thermometer.
-
Sluit de elektrode aan op de meter en
beweeg deze heen en weer in het met lucht verzadigde water tot
de display een constante waarde aangeeft.
- Stel de meter met behulp van de regelknop af
op de verzadigingswaarde uit onderstaande tabel, bijv. bij 20ºC stel je de
meter af op 9,1.
Tabel 1.
Verzadigingswaarden in mg/L van zuurstof bij verschillende temperaturen
(ºC)
temp |
O2 |
temp |
O2 |
temp |
O2 |
temp |
O2 |
temp |
O2 |
0 |
14.60 |
|
|
|
|
|
|
|
|
1 |
14.19 |
11 |
11.01 |
21 |
8.90 |
31 |
7.41 |
41 |
6.31 |
2 |
13.81 |
12 |
10.76 |
22 |
8.72 |
32 |
7.16 |
42 |
6.22 |
3 |
13.44 |
13 |
10.52 |
23 |
8.56 |
33 |
7.16 |
43 |
6.13 |
4 |
13.09 |
14 |
10.29 |
24 |
8.40 |
34 |
7.05 |
44 |
6.04 |
5 |
12.75 |
15 |
10.07 |
25 |
8.24 |
35 |
6.93 |
45 |
5.95 |
6 |
12.43 |
16 |
9.85 |
26 |
8.09 |
36 |
6.82 |
46 |
5.86 |
7 |
12.12 |
17 |
9.65 |
27 |
7.95 |
37 |
6.71 |
47 |
5.78 |
8 |
11.83 |
18 |
9.45 |
28 |
7.81 |
38 |
6.61 |
48 |
5.70 |
9 |
11.55 |
19 |
9.26 |
29 |
7.67 |
39 |
6.51 |
49 |
5.62 |
10 |
11.27 |
20 |
9.07 |
30 |
7.54 |
40 |
6.41 |
50 |
5.54 |
Door onderstaande vakjes (géén komma's!) in te vullen wordt het absolute zuurstofgehalte voor je berekend uitgaande van het relatieve
zuurstofgehalte. Vul voor zoetwater een zoutgehalte van 0 g/L in en voor
zeewater 35 g/L.
Wil je de verzadigingswaarde weten bij 18.3°C tik dan % zuurstof 100 in en
temperatuur °C 18.3.
-
Schud de pot nog een keer stevig en meet opnieuw. Als de meter meer
aangeeft dan de vorige meting, dan was het water niet verzadigd. Stel de
meter weer af op de verzadigingswaarde en herhaal 7. tot er geen
verandering meer in de uitlezing is.
- Dompel de elektrode in de
natriumsulfiet-oplossing en wacht tot de display ongeveer 0 mV aangeeft:
0% relatieve O2-spanning. Bij een vers geprepareerde elektrode kan dit
enkele minuten duren. Kom je niet onder de 10% (1,0 mV), dan is de
elektrode verontreinigd of zit er een gat in het membraan. Zet de
elektrode dan opnieuw in elkaar en werk dan wél schoon.
- Spoel de elektrode af met water.
-
De meter is nu gekalibreerd (van een schaal voorzien). Het verband tussen
O2-spanning en meteruitlezing is lineair.
-
Nu kan gemeten worden in het analysemonster. Beweeg de elektrode zonder
te klotsen heen en weer, zodat er geen onnodige uitwisseling met de
lucht plaatsvindt. Lees de meter af zodra de display een constante waarde
aangeeft. De afgelezen waarde is het zuurstofgehalte in mg/L.
-
Kalibreer de elektrode regelmatig in belucht water om eventueel verloop te
corrigeren.


Meten van het zuurstofgehalte in zeewater
• De aanwezigheid van zout verlaagt de
oplosbaarheid van zuurstof. Door gebruik te maken van bovenstaande module
kun je de zuurstofconcentraties uitrekenen bij elke temperatuur en
zoutgehalte.
• Kies een van
bovenstaande methodes om het zuurstofgehalte te meten. Let er echter op dat
je de kalibratie uitvoert in water
met hetzelfde zoutgehalte als het
te onderzoeken water!

Meting van het % zuurstof in lucht
Het is zeer belangrijk dat alle metingen
worden uitgevoerd bij
dezelfde temperatuur!
Het controleren of de meter op nul komt (5a en b) is alleen nodig als je denkt dat het membraan lekt of de polen niet
schoon zijn en/of als je hele lage zuurstofgehaltes verwacht.
Benodigdheden voor het meten zuurstofgehalte
in lucht
• geprepareerde zuurstofelektrode
• jampot met 1 g natriumsulfiet in 100 ml
water (vers bereid)
-
Zet de elektrode in elkaar, maar sluit hem
nog niet aan op de multimeter.
-
Zet de meter aan op stand 200 mV. De display
moet nu 0 mV aangeven (indien dit niet het geval is, dan is je meter kapot).
-
Sluit de elektrode aan op de meter en houd
hem in de buitenlucht tot
de display een constante waarde aangeeft.
-
Stel de meter met behulp van de regelknop af
op 20,9 mV. Dit is het 20,9% zuurstofgehalte van de buitenlucht.
-
Nulpuntscontrole voor het meten van zeer
lage zuurstofgehaltes.
-
Dompel de elektrode in de
natriumsulfiet-oplossing en wacht tot de display ongeveer 0 mV aangeeft:
0% relatieve O2-spanning. Bij een vers geprepareerde elektrode kan dit
enkele minuten duren. Kom je niet onder de 10% (1,0 mV), dan is de
elektrode verontreinigd of zit er een gat in het membraan. Zet de
elektrode dan opnieuw in elkaar en werk dan wél schoon.
-
Spoel de elektrode af met water.
-
De meter is nu gekalibreerd (van een schaal
voorzien). Het verband tussen O2-gehalte
en meteruitlezing is lineair.
-
Nu kan gemeten worden in het analysemonster. Breng
de elektrode in het te onderzoeken gasmengsel bij dezelfde druk en
temperatuur als de buitenlucht en lees de meter af zodra de
display een constante waarde aangeeft. De afgelezen waarde is het
% zuurstof in het gasmengsel.

Onderhoud van de elektrode en de meter
• Tussen de metingen in kan de elektrode in een
1% natriumsulfietoplossing of water worden geplaatst.
Hierdoor droogt de elektrode niet uit en wordt de loodpool niet opgebruikt.
In sulfiet blijkt de elektrode op deze manier wel drie weken goed te blijven
functioneren.
• Haal na gebruik
van de elektrode het membraan van de elektrode af, spoel hem af met water en
berg hem droog op. Er vinden dan geen chemische reacties meer plaats en de
elektrode kan na onbepaalde tijd weer worden gebruikt.
• Bewaar de universeelmeter op een koele plaats.
Als je hem lange tijd niet gebruikt, haal dan de batterij uit de meter,
zodat deze niet door batterijlekkage kan worden beschadigd.
|